U bent hier
Een regering van lopende zaken?
Vandaag veroordeelde Europa de Belgische notionele intrestaftrek. Uit het arrest volgt dat buitenlands vermogen ook meetelt om in België het voordeel van de notionele intrestaftrek op te drijven. "Strijdig met het Europees recht van vrijheid van vestiging in de Europese Unie", klonk het. Het Hof schiet niet aleen een gat in de intrestaftrek, maar ook in onze schatkist.
Reeds in november 2011 vroeg ik de toenmalige minister van Financiën om de notionele intrestaftrek bij te sturen toen bleek dat Europa ernstige bezwaren had en een arrest van het Hof van Justitie onvermijdelijk zou volgen. Ik verwees toen naar een oplossing die in de rechtsleer werd gesuggereerd.* Op die manier had de regering de budgettaire impact van het arrest sterk kunnen inperken.
Dat gebeurde dus niet. De minister antwoordde toen dat de regering het oordeel van het Europees Hof van Justitie zou afwachten vooraleer actie te ondernemen.
Klinkt vrij bekend in de oren, niet? De regering maakt er, net zoals bij de Europese veroordeling van het Belgische spaarboekje, de gewoonte van om af te wachten, stil te zitten, en vooral niets te doen. Regeren, dat is vooruitzien. Maar op dit moment is de regering er eerder een van lopende zaken. Dat is: wachten totdat er zich problemen voordoen en dan de belastingen verhogen om de gaten te vullen.
*De oplossing was om de notionele intrestaftrek te berekenen op het risicokapitaal van de volledige vennootschap, maar om vervolgens het bedrag verhoudingsgewijs aan te rekenen op zowel de Belgische winst, de bij verdrag vrijgestelde winst, als de wint uit landen zonder verdrag.