Tweede pensioenpijler onder druk

Door Veerle Wouters op 3 juni 2013, over deze onderwerpen: Pensioenen

Als aanvulling op de lage wettelijke pensioenen bouwen veel werkgevers een bijkomend pensioen op voor hun werknemers. Met de vereffening van Apra Leven en de lagere rente die verzekeraars aanbieden, komt de tweede pensioenpijler steeds meer onder druk te staan.

Om werknemers te beschermen tegen het faillissement van hun werkgever, moet de pensioenopbouw in de tweede pijler extern worden gefinancierd bij een verzekeraar. Op 4 maart 2011 gebeurde het ondenkbare. Toen ging de Belgische verzekeringsmaatschappij Apra Leven over kop. Wellicht zal de vereffening onvoldoende opbrengen om de schuldeisers, waaronder ca. 1.000 werknemers met een gewaarborgde groepsverzekering, volledig uit te betalen.

Begin mei antwoordde de minister van Pensioenen op mijn parlementaire vraag dat het uiteindelijk aan de werkgever is om de pensioentoezegging te waarborgen en de tekorten te dekken. Ook de pensioenopbouw met de werknemersbijdragen kan verhaald worden op de werkgever. Maar dan mag de werkgever intussen zelf niet failliet zijn gegaan. In dit laatste geval kan de werknemer alleen maar hopen dat de financiële put bij de verzekeraar niet te groot is zodat nog een deel van zijn aanvullend pensioen kan worden gered.

Er moet duidelijk een dubbele bescherming worden ingebouwd tegen het faillissement van de werkgever én de verzekeringsonderneming. Het is onlogisch dat verplichte werknemersbijdragen in een groepsverzekering minder goed beschermd zijn dan vrijwillige stortingen in een Tak 21-verzekering. Deze laatste genieten mee van de depositogarantie. Daarnaast kan misschien inspiratie gezocht worden in het Luxemburgse recht om de pensioenreserves bij de verzekeraar altijd voor te behouden aan de begunstigden.

Tenslotte zorgt de aanhoudende lage rentestand voor bijkomende kosten voor werkgevers. Zij moeten nog steeds een minimumrendement van 3,25% en 3,75% garanderen op de werkgevers- en werknemersbijdragen. Steeds meer verzekeraars bieden nog slechts een gewaarborgde rente van 2% aan. Werkgevers moeten het verschil bijfinancieren. Groepsverzekeringen worden voor werkgevers duurder en dus minder aantrekkelijk om aan te bieden aan hun werknemers.

Daardoor komt de tweede pensioenpijler steeds meer onder druk te staan. Maatregelen dringen zich dus op zodat de opbouw van een aanvullend pensioen een optimale bescherming geniet en voor de werknemers aantrekkelijk blijft.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is