U bent hier
Overgangsmaatregel opeisbaarheid btw verlengd tot eind 2014
Sinds 1 januari 2013 voerde de regering bij wet een nieuwe maatregel in die komaf maakte met de oude regels inzake opeisbaarheid van btw en facturatie. De maatregel ging gepaard met een overgangsbepaling: tot eind 2013 mocht iedereen nog het oude systeem gebruiken. En gelukkig maar, want de praktische kant van de nieuwe maatregel bleef en blijft zeer onduidelijk.
Mijn verzoek om de nieuwe maatregel eerst met de sector te bespreken alvorens ze in te voeren, ving vorig jaar bot. Maar op verzoek van UNIZO (september 2013) heeft de minister van Financiën, Koen Geens, de overgangsbepaling met een jaar verlengd tot eind 2014. Ik zou mijn vertoog kunnen verderzetten met het jammerlijke feit dat de regering de regels aanpast om ze dan gedurende meerdere jaren niet toe te passen, maar de verlenging is op zich goed nieuws voor de bedrijven.
De beslissing die de overgangsbepaling verlengt, zal ook voorzien in een bijkomende tolerantie, heeft de minister geantwoord op mijn parlementaire vraag. Deze tolerantie is er voor handelingen met facturatieverplichting. Ze moet ervoor zorgen dat in geval van een voorschot de nieuwe regels inzake opeisbaarheid kunnen worden toegepast zonder dat er twee afzonderlijke documenten moeten worden uitgereikt (mits speciale vermelding op de factuur). Er is dus geen verzoek tot betaling nodig, gevolgd door een factuur.
We hadden enkel nog gehoopt dat de minister dezelfde tolerantie aan de dag zou leggen voor de betalingstermijnen van de btw-aangifte. Er is wel een tolerantie op een laattijdige indieningstermijn, maar niet op de betalingstermijn. Wat de minister vergeet is dat de boekhouders wel nog altijd een document moeten opstellen om de betaling te berekenen. Het werk moet dus nog altijd gedaan worden, wat de genoemde tolerantie voor de btw-aangifte zinloos maakt. Mijn wetsvoorstel om de termijnen van de btw-aangifte te verlengen naar het einde van de maand, valt bij de regering jammer genoeg in dovemansoren.